De avond komt zo stil
Guido Gezelle
De avond komt zo stil, zo stil,
zo traagzaam aangetreden,
dat geen en weet, wanneer de dag
of waar hij is gegleden,
’t is avond, stille … en mij omtrent
is iets, of iemand, onbekend,
die zachtjes mij beroerend zegt :
” ’t is avond en ’t is rustens recht “.