Ten Laatste (15)

Anton van Wilderode

TEN LAATSTE

De bomen wuiven zacht, de bladeren zingen;
en ik die u door duizend dalen heb gezocht
troost nu mijn hart voor de vergeefse tocht
hier is het eind, waartoe ik ééns moest dringen

Mij blijft niet veel nu alles is geschied:
een zachte avond waarin vogels riepen,
de stille klanken van een eenzaam lied
en al de wegen wie wij samen liepen…

Mijn liefde werd niet vruchteloos gekweld,
dit wankel hart niet te vergeefs benomen
door trots verdriet: de droefheid wordt geteld,
de smart ver keert tot winst en
en gaat niet meer verloren,
en elke avond in een eenzaam veld
zal ik de vleugelslagen van uw ziel toch horen…

Anton van Wilderode